woensdag 25 januari 2012

Arm koren

Kun je heimwee hebben naar een tijd of een plek waar je zelf nooit bent geweest? Strikt genomen niet. Toch haalt W.G. van der Hulst zulke gevoelens in me los. Toen ik geboren werd, was hij al veertien jaar dood. Toch vormde deze man een rode draad door mijn jeugd. Ademloos hoorde ik de verhalen aan die mijn moeder voorlas. Ongemerkt zijn de boekjes ook de opvoeding van onze kinderen binnen geslopen. Met smaak lees ik ze voor en Anne-Grethe en Michal worden er zo heerlijk rustig van. Ikzelf trouwens ook. Al is het alleen maar vanwege het bedaagde tempo. Neem nu 'Het wegje in het koren', geschreven in 1929, het jaar waarin Van der Hulst Abraham zag en al twintig jaar schreef. De plot is simpel: 2 meisjes en een hond spelen onbezorgd in het koren. De één wordt gevangen genomen door de veldwachter, de ander ontsnapt. Spijt, berouw en eind goed al goed. Ademloos leefden we mee en mijn meiden leerden een paar nieuwe woorden (halmen, veldwachter, klaproos). Toen kwam de climax. Uitgerekend het arme meisje (haar vader was ziek) werd in de kladden gegrepen en meegesleept naar 'het hok onder de toren'. De kleindochter van de dominee vloog totaal overstuur naar haar oma toe, die haar nota bene onthaalde op een fikse uitbrander. Koren was toch zeker niet bedoeld om in te spelen?! Wisten die kinderen dat wel, bedacht ik me. De soep werd uiteindelijk niet zo heet gegeten als die werd opgediend, maar tijdens het zoete einde werd toch nog diverse malen heel ernstig gewezen op de zware misdaad van het koren vertrappen. Het lag er zo dik bovenop dat het mij niets zou verbazen als de heer Van der Hulst voor dit boekje een heel aardige attentie van de toenmalige Land- en Tuinbouw Organisatie heeft ontvangen. Het heeft gewerkt, want ik geloof nooit dat Anne-Grethe en Michal ooit nog met hun klompjes door het koren zullen banjeren. Voor de liefhebber: deze site.